Wiskunde (W) is de enige gelegenheid waarbij je weet waar je over praat. Al het andere (A) is stemmingmakerij. Wat vergelijk je nu? W: het vastgestelde doorgeven. A: nieuwe inhouden formuleren. De vergelijking is onrechtvaardig. Een nieuwe wiskundige theorie zal eerst ("voor-"wetenschappelijk") stemmingmakend zijn. Buiten de wiskunde kunnen al vastgelegde formuleringen ook exact zijn. Wat is de zin van een sluitende redenering. Het effect is kater. Het zoeken naar de formulering, heeft dat zin? Of beter buiten ons gedreutel een aantal zinnen neerzetten die op zich consistent zijn, zonder te eisen dat iets over de realiteit gezegd moet. Woorden als deel van de realiteit in plaats van commentaar erop. Mogen dan nog de volgende zinnen? Dat gedicht van hem. Het gebouw van E. Ik heb honger. Ik ben ongelukkig. Heeft dit zin? Heeft zin zin? Zodat geen zin overblijft die niet mag. Mogen de zinnen van deze tekst? Mag je wel spreken van "goed, beter, mogen" ? De flitsende uitsmijter ontbreekt. Ik stop. 7 AUG 76