De fotograaf. Hij kijkt rond of hij zwart ziet. Een taalboek vol haat en leven. Een beweging om een plaats te maken, een muziek. Een reden zoeken om met een boekje en een pennetje te zitten. Beelden maken en vertalen. Taal maken en verbeelden, de lezer laten verbeelden, wanhopig. Zeg wat moet dat met dat gele boekje, stelt dat nog wat voor? Een soort dialoog zeg je, ben je dat aan het doen? En die verhalen die je me steeds vertelt, komen die er niet in? 0, je bent geen schrijver. Namen verzinnen? Gaat het niet zo? Ja, begin is moeilijk begrijp ik. Toch maar eens doen. Losse kladblaadjes weggegooid dus, briefvorm of dagboekvorm, bekentenissen, fantasieen. Teveel tegelijk. We zaten bij H. in de tuin. Dat was geen tuin maar een landje met daarachter een boomgaard. Voornamelijk onkruid en kapotte rieten stoelen waar we op zaten. Ik schreef in een geel boekje en V. zat op het houten bankje met een hoed op tegen de zon. Als het vlieg- tuig over ons heen was gevlogen hoorde je vogels, varkens en insekten. Verderop is een geitje. Aan een touw. Als je aan komt lopen springt hij op de bank en op de tafel op zijn hoge hakjes. Hij heeft een hard koppie met deuken en uitsteeksels. De zon is heel erg warm, nog net geen pijn in de ogen of de nek. H. houdt niet van de zon. We voelen ons hier thuis, maar ook de onrecht- vaardigheid ervan, want het zijn de anderen die ons dulden en waarom zouden we ons thuis niet thuis voelen? Er is een beperkte keus aan bezigheden, die het leven vereenvoudigt, idealiseert. Afstand nemen, disciplines verzinnen, plannen voor tijdreservering. De bakstenen muur wordt beige, de houten muur blauw, als garantie voor de rest. Ongeveer een wilde tuin met oude tuinmeubels, verplaatsbaar, niet definitief..Losse bakken met onkruid en boompjes. Bedden elke avond uit de kast halen. In de kasten materiaal: kleine spullen, mappen. De speeltuin bij de uitspanning in het gras. Een geelgeverfd ijzeren tafeltje met gele stoeltjes eromheen, zo dun, zo tekeningachtig, spinnepootjes onder onze lichamen. Wij die daar waren gaan zitten, een tussenpauze in onze bezigheden of zelf een bezigheid. Rondzien en aan thuis denken. Ons prettig voelen, dat ligt aan de stoffering van de omgeving. Dus als je thuis die dingetjes hebt voel je je goed, voorlopig. Zo is ook muziek een vliegwiel, eenmaal door één geest in beweging gezet blijven alle pretenties meedraaien, ook op andere momenten voor andere geesten. Met de zwarte schijf koop je de wereld van de maker die de jouwe is en bij het luisteren ben je dus zelf de maker, de ontvanger van de energie die de maker had. Hetzelfde als je in een landschap bent, een huis bijvoorbeeld. Wat levert het op, wie koopt er wat voor? Schrijf een boek met recepten, verhalen die betoveren, wat een gepruts. De stand van de schoen ten opzichte van elkaar de bewegingen van vlinder of bij, het gezoem van verre machine, vlinder, schoen. De verdovende loomheid die het licht stilzet, donker maakt en loodzwaar. De bril die een uur weegt in de zon. De voeten die zachtjes brandend breder worden en rood stoven. De schoenen met zand gevuld een blok aan het been.