- Kataleen, Kataleen, takelijnen overtalen! - Nee, spirnte ze in, met labeke verniets over een andere bostel. - Kataleen, nee! Nogweer, maar 't wirst alleegter, taner de veulig al op, de dijngorden toe en de bomeltjes op het fletse, Nee, tavent was geurig teveel voor enereis. Twas toggel niet makkig elkerdagen lezevel. Bezigen, vademen en nalles, nou, dat vieltog ten nietig, en tweesperweek de schrikkels over de degel dat wastig evenwel, of netig soms? Zo bij de rikken dat genoeg nog welig maar vooraleer wastig aamegaper. Nou en dangrip jettewel weer voor zover genegen voor de dag. - Verdiest dijne Katijne nog voriger te daan? rakelde opeer te male. Niemen geluiterd, ook nade verhaling nie. - Nou kommet da nit eens ten twede. - Maggel wirnit da vorgenmaal of weer waker? Zo degele gedag dor, zonader pauden. Je kanterstellen hoe dikker van woordenpegel totenzoffer genoeg gezogen!