oud versje speelman zwervend door de bossen als gij soms een fluitjen zoekt snijdt er een van pijpekruid en blaast erop zoals het moet schuif met uw voeten door de blaren voor paddestoelens morgenstond Zij zijn u dankbaar als zij horen de schone klanken uit uw getuiten mond schud met uw schouders struik en geboomte laat horen uw fluit opdat allen komet die het horen wil, heel het bos is uitgelopen niets blijft over, geschiede Gods wil!