En ja, daar kwam ze aan, de Duitsche Adèle. Babs veerde omhoog. Rienk schoof een klein tafeltje aan. Harry ! Op mijn dure brocaatschoentjes? Ze keek hem aan. De picnickmand stond uitgespreid op een wit servet. "Nu kloppen we helemaal niet." Hij boog zijn bovenlijf voorover in haar richting. En slingerde die fantastisch in de lucht. Hij keek van haar weg. Ze ging op de vacht voor het bed zitten. Babs speelde met haar lange snoer kralen. De Reus plantte zijn lorgnet op zijn neus, keek. Hij veegde zijn voorhoofd af. Kocht ze een grote bos tulpen. Het was meneer Jansen ! (onderschriften bij tekeningen in "Kwikzilver" van Cissy van Marxveld)